zondag 1 april 2007

Fietsenstallinggedrag



De laatste weken gaat Elsje heel vaak met de trein richting het Haagse. Dat levert fijne stof voor blogjes op. De komende dagen zal ze telkens een deel van de trip nemen om te bespreken, te beginnen bij de fietsenstalling.

De NS-stalling onder het Centraal Station in Utrecht wordt bemand (want vrouwen werken er niet) door een vast groepje bewaarders. Binnen deze groep zijn vier mannen die vreselijk verzuurd zijn. Ze sloffen, gekleed in hun grijsblauwe stofjas, hun hokje uit, verwijtend kijken dat je het in je hoofd durft te halen je fiets daar te willen stallen, scheuren het stallingsbriefje in tweeën, duwen je de ene helft in je hand en mopperen hardop als je je fiets niet zo voor hun neus zet dat ze de andere helft van het briefje in een handomdraai kunnen vastnieten. Als Elsje daarbij vertelt dat elk zijn eigen favoriete, maar vooral hemelsbreed een fietslengte verschillende, nietplek heeft, weet de lezer dat er hier een schier onmogelijke taak moet worden volbracht door de fietser.

Als je de bewaarder succesvol bent gepasseerd, begint het volgende deel van het fietsenstallingsavontuur: een plekje zoeken...

(wordt vervolgd)

1 opmerking:

Sjaak zei

Sjaak herkent ze. De mannen die het Sjachrijn hebben uitgevonden. Wisselde zelfs van stalling daarvoor, maar dat doen de mannen ook, dus je komt ze latijd tegen. Volgens mij zijn het ook twee broers. Wat bij mij werkt is heel actief een goede morgen te wensen. Wie goed doet, goed ontmoet, want sindsdien gaat het een stuk vriendelijker allemaal.