Een oude man staat voor het huis. Hij kijkt me hulpeloos aan. "Mijn broer, mijn broer!" stamelt hij. Het huis lijkt leeg, althans, door het raam van de woonkamer glurend zie ik niets dan een lege kamer. Maar op de eerste verdieping brandt licht. Zou de broer van de oude man binnen zijn? Misschien wel dood liggen?
Ik forceer de deur en samen gaan we de trap op naar boven. Maar daar is het eveneens leeg en het is duidelijk dat er hier in lange tijd niemand geweest is. De oude man kijkt verslagen in de rondte. We schrikken van een krassend geluid op de traptredes. Een snelle blik beneemt me de adem: er komen twee hele grote honden hijgend en kwijlend de trap opgerend: de voorste een Rottweiler, de achterste minstens zo groot. Snel gooi ik de deur van de kamer dicht en leun ertegen aan.
De honden blijken van de politieman te zijn die achter hen aan de trap op komt geklost. Ze hebben een geurspoor opgevangen dat ze opgewonden volgen, de hoek van de kamer in waar ineens een trap naar de kelder blijkt te zijn, en dan de duisternis van de kelder in. Daar blijven ze verwoed blaffend staan. De politieman gaat op onderzoek uit en komt met een triomfantelijke blik in zijn ogen weer via de keldertrap naar boven. "Ik heb ze gevonden!" roept hij, en laat ons zien wat hij in zijn handen heeft. Twee bijen.
Dan merken we dat er rook opstijgt uit de kelder. Brand! Als de wiedeweerga verlaten we het huis. De politieagent gaat zijn vondst snel naar het bureau brengen. Ik blijf op wacht staan, met de oude man, tot de brand geblust en het huis dichtgemetseld is.
Als ik daarna verder de straat uitloop en rechtsaf de Spoorsingel op ga, begint het te regenen en niet zo zachtjes ook. Terwijl ik met mijn paraplu aan het klooien ben, word ik ingehaald door een groepje mannen en vrouwen. Ze kijken op zo'n rare manier naar me dat ik gealarmeerd raak. Ik sla de eerste straat rechts in, waar ik op een groep kinderen stuit dat richting de Spoorsingel wil. Dat kan niet, daar loopt dat groepje mogelijke terroristen! Hoe hou ik ze tegen zonder paniek te zaaien?
Ik vraag aan één van de kinderen of zij bij mij onder de plu komt lopen. Ondertussen vraag ik via mijn mobilofoon om versterking. Bij het bloemenstalletje van Koos willen de kinderen oversteken. In de verte hoor ik de sirenes van mijn collega's al. "Kom kinderen, we steken een stukje verderop wel over!" roep ik. En zo red ik ze het leven.
Naschrift: vind je het gek dat toen Elsje wakker werd, ze zich net Mega Elsje voelde?
maandag 23 juni 2008
Mega Elsje
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
wel spannende dromen zeg! Het duurde toch wel een paar regels voor ik het doorhad...
Maar wat jij toch allemaal droomt. Ooit al eens uitgeplozen wat het wil zeggen allemaal?
@elke: nee, nooit gedaan. hoeft ook niet, kan mijn dromen toch niet beinvloeden :-)
Een reactie posten