zondag 3 augustus 2008

Te pletter geslagen



De baas wil dat ik met hem meerijd, in de dienstauto. Eigenlijk wil ik weigeren, ik ben veel sneller met de trein. Het is me bovendien onduidelijk wat hij met me wil bespreken. Er is helaas geen ontkomen aan. Ik stap dus maar in en we rijden weg in de richting van de Amsterdamse binnenstad, waar we nog iemand op moeten halen.

Juist als ik denk dat ik lang genoeg heb gewacht op een verklaring van dit meerijden, krijgt hij op zijn Blackberry een mail binnen met een enorm attachment, dat zijn directe aandacht nodig heeft. Ik vervloek in stilte de afzender. Zit ik daar een beetje voor Jan-met-de-korte-achternaam in die auto!

Ondertussen bereiken we Amsterdam en rijden de buurt in waar Eelco en Judith ooit woonden. De chauffeur stapt uit om de laatste passagier op te halen. De baas is nog steeds verdiept in zijn mail. Verveeld staar ik uit het raampje.

Dan valt mijn oog op een als papegaai verklede man, die tussen de gevels heen en weer 'vliegt', hoewel vliegen niet de juiste omschrijving is. Het lijkt meer op springen en dan zweven (ooit een flying squirrel gezien?). Van de ene kant van de straat naar de andere gaat hij, dan weer omlaag, dan weer omhoog. Dan smakt de papegaaiman tegen een gevel. Langzaam glijdt hij naar beneden, een rood spoor op de desbetreffende gevel achterlatend. Is dat zijn make-up of bloed?

Achter de auto stopt een tram, die er niet langs kan. Nijdig tingelt de tramconducteur dat we opzij moeten. Maar waar blijft onze chauffeur nou toch? Hoe lang kan het ophalen van die laatste persoon in hemelsnaam duren?!

3 opmerkingen:

marc zei

en toen?
*wacht in spanning op het vervolg*

elke zei

en toen werd ze wakker natuurlijk...

Elsje zei

@Elke: jij komt hier vaker, da's duidelijk!